logo logo

declaratie

Onpartijdig en onafhankelijk

onpartijdig

Door mijn eigen ervaring in de advocatuur ben ik goed bekend met de wijze van declareren door advocaten. Door het lidmaatschap van de Raad van Toezicht heb ik daarnaast geleerd mijn eigen beroepsgroep vanuit een ander, onafhankelijk, oogpunt te bezien en benaderen. Om kritisch te kijken naar wat er in de advocatuur gebeurt en hoe advocaten handelen en declareren.

Na mijn vertrek uit de advocatuur ben ik bij deze beroepsgroep betrokken gebleven door mijn huidige werkzaamheden. Zo heb ik door mijn werk voor de Raad van Toezicht/Raad van de Orde van nabij meegemaakt welke ontwikkelingen de advocatuur heeft doorgemaakt en hoe die mede geleid hebben tot de wijzigingen van de Advocatenwet en enkele andere wetten per 1 januari 2015.

Mijn werkzaamheden als plaatsvervangend griffier bij het Hof van Discipline brengen met zich mee dat ik aan de bron sta van diens uitspraken en dat ik een goed inzicht heb in de relatie advocaat/cliënt en met name in waar het tussen die twee fout kan gaan. Ik ben hierdoor ook op tuchtrechtelijk terrein, zowel voor wat betreft de financiële gang van zaken als voor wat betreft de overige gedragsregels en voor advocaten geldende normen, zeer goed thuis.

In de beslissingen die ik maak en heb gemaakt in declaratiegeschillen (en andere geschillen) breng ik altijd zoveel mogelijk tot uitdrukking welke overwegingen ik bij het nemen van die beslissing heb gehad. Mijn doel is daarbij om zowel de cliënt als de advocaat zo goed mogelijk inzicht te geven in mijn redenering, door aan te geven waarom ik bepaalde keuzes maak. Ik probeer zowel de advocaat als de cliënt bij de hand te nemen bij mijn zoektocht in het achterliggend dossier en de genoteerde werkzaamheden. Mijn bevindingen baseer ik op de wet (artikel 7:405 lid 2 BW), de uitgangspunten die gehanteerd werden in de begrotingsbeslissingen van de Raden van Toezicht, de rechtspraak van het Hof van Discipline en mijn eigen ervaringen als advocaat en als beoordelaar van begrotingsdossiers. Ik realiseer me dat ik nooit alle partijen werkelijk tevreden kan stellen. Voor mij is het hoogst bereikbare doel dat beide partijen aan de hand van mijn oordeel kunnen zeggen dat het zo goed is, dat zij ervan overtuigd zijn dat er serieus naar de zaak is gekeken en dat zij mijn bevindingen kunnen accepteren of zich er in ieder geval bij kunnen neerleggen.